Internationaal Theater Instituut
- september 1947: de UNESCO neemt een motie aan tot stichting van een Internationaal Theater Instituut. Op een bijeenkomst in Parijs wordt een schema opgesteld om dit te realiseren. Deelnemers zijn o.a. Lillian Hellman (VS), J. B. Priestley (UK), Jean Louis Barrault en Piere Renoir (F).
- juni 1948: op het congres in Praag van het Internationaal Theater Instituut is besloten dat het Instituut voortaan zelfstandig zal opereren t.o.v. de UNESCO.
Voorzitter J. B. Priestley, vice-voorzitter H. Salacrou.
[De waarheid 06-07-1948]
- juni 1949: oprichting van de ‘Stichting Nationaal Theater Centrum’ het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut van de UNESCO.
Secretariaat: Daendelsstraat 69, Den Haag.
- juni 1950: Congres van het Internationaal Theater Instituut in Parijs.
Tevens is er een expositie in La Maison de la Pensée Française. De Nederlandse inzending bestaat o.a. foto’s van het werk van C. J. Henke (De Kleine Komedie). En foto’s van de schouwburgen in Rotterdam, Utrecht, Veendam en Winschoten.
[Het Parool 24-06-1950]
- september 1952: vergadering van het Internationaal Theater Instituut in Venetië. Luisa Treves is de Nederlandse afgevaardigde.
[Algemeen Handelsblad 27-09-1952]
- juni 1953: het vijfde congres van het Internationaal Theater Instituut vindt plaats in Den Haag. Het Nationaal Theater Centrum treedt als gastheer op.
Het onderwerp is ‘Jeugd en Toneel’. Tevens treden twee nieuwe nationale centra toe: Spanje en Turkije.
Het aantal aangesloten centra bedraagt nu dertig.
De voorzitter, de Deen Norman wordt opgevolgd door P. J. W. de Brauw, voorzitter van ‘Stichting Nationaal Theater Centrum’.
De acteurs Jan Retèl (Haagse Comedie) en Henk Rigters (Nederlandse Comedie) ontvangen een beurs om het toneel in Engeland te bestuderen.
Bij deze gelegenheid bezoekt koningin Juliana een uitvoering van ’De Kersentuin’ van Anton Tsjechow.
[De tijd 10-06-1953]
- oktober 1954: het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut opent een documentatie centrum in het oude stadhuis in Den Haag, Noordeinde 130.
[Trouw 30-10-1954]
- maart 1955: het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut gaat synopsissen in vier talen (Frans, Duits, Engels en Spaans) uitgeven van 17 moderne Nederlandse toneelstukken.
Het betreft werken van Max Croiset, August Defresne, Maurits Dekker, Ben van Eysselsteijn, Hella Haasse, Ary den Hertog, Eduard Hoornik, Hans Tiemeijer, Luisa Treves en Eline Verkade.
[Het nieuwsblad voor Sumatra 02-03-1955]
- februari 1956: B&W van Amsterdam stellen voor het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut een subsidie van ƒ1000,- te verlenen voor het inrichten van een leeszaal aan de Singel 186.
- 22 september 1956: opening van de leeszaal van het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut aan de Singel 186 door Ank van der Moer.
[Het Parool 24-09-1956]
- augustus 1959: Max Wagener wordt directeur van de Vereniging van Nederlandse Toneelgezelschappen.
De vereniging wordt gevestigd aan de Nieuwe Uitleg. Het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut wordt daar ook ondergebracht.
[Het Parool 23-09-1959]
- 1963: Max Wagener is inmiddels directeur van het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut.
- maart 1968: B. Stroman volgt P. J. W. de Brauw op als voorzitter van het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut.
- april 1971: de Tsjechische theatergroep Divadlo Za Branou (Achter de Poort) zal voorstellingen in Amsterdam, Rotterdam, Nijmegen en Den Haag geven.
In alle schouwburgen zal het publiek de voorstelling kunnen volgen met een simultane Nederlandse vertaling via een koptelefoontje.
De vertalingen zijn in opdracht van het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut gemaakt.
- mei 1971: de voorstellingen van Divadlo Za Branou (Achter de Poort) gaan niet door. Het gezelschap krijgt geen toestemming het land te verlaten. Ook voorstellingen in Engeland en Frankrijk worden geannuleerd.
[Trouw 06-05-1971]
- juni 1971: Het Bulandra Theater uit Boekarest zal voor het eerst in Nederland een vijftal voorstellingen geven: ‛Leonce en Lena‛ van Georg Büchner en ‛Scènes de Carnaval‛ van Ion Luca Daragiale.
De organisatie is in handen van het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut.
- augustus 1971: de voorstellingen van het Bulandra Theater gaan niet door wegens verplichtingen in eigen land.
[Het Parool 26-08-1971]
- september 1971: door bemiddeling van het Nederlands centrum van het Internationaal Theater Instituut kan Studio Scarabee vier voorstellingen geven van haar programma ‛Fata Banana‛, teksten van Lucebert in de regie van Adri Boon op het theaterfestival BITEF in Joegoslavië. De teksten op de geluidbanden zijn vertaald en door Joegoslavische acteurs ingesproken.
[Het Parool 26-08-1971]
‛Fata Banana‛ is hier te zien.
- 31 maart 1978: Oprichting van het Nederlands Theater Instituut.
Het instituut ontstaat uit een fusie tussen:
het Internationaal Theater Instituut (ITI), Toneelmuseum en Theater Klank en Beeld
Het museum wordt geleid door Paul Blom
Waarnemend hoofd Audio-Visuele Dienst (v.h. Theater Klank en Beeld) — Hans Ton
Hoofd bibliotheek —Truus Voshol
Hoofd Documentatie — Hana Bobkova
Hoofd Educatieve Dienst — Lou Hoefnagels (v.h. directeur Theater Klank en Beeld)
Hoofd Internationale Zaken — Max Wagener (v.h. directeur van het Nederlands centrum van het ITI)
Coördinator — Eric Alexander (v.h. directeur Toneelmuseum)