Toneelmuseum
- Het Tooneelmuseum wordt opgericht op 28 februari 1925. Het initiatief komt vanuit het Nederlandsch Tooneelverbond.
Het Tooneelverbond bestaat 50 jaar en heeft recentelijk de collectie Hartkamp (A.Th. Hartkamp) aangekocht.
Voorzitter van het bestuur, Jonkheer van Riemsdijk, stelt een commissie samen die de oprichting moet gaan voorbereiden.
Deze commissie bestaat naast Van Riemsdijk uit: A.G.C. de Vries (vice-voorzitter), Frank Luns (secretaris-conservator), J. te Winkel (penningmeester), J.W. Enschede, Fr. Lapidoth, Jac. Rinse, J.F.M. Sterck, B. Verhagen en D. Zubli. Een deel van de collectie Hartkamp wordt tijdens de feestavond op 28 februari in het American Hotel ter gelegenheid van het jubileum tentoongesteld en zal het begin vormen van de collectie van het Tooneelmuseum. [De Maasbode 01-03-1925]
In de middag is er een herdenking in de Tooneelschool t.g.v. het jubileum.
Van Riemsdijk houdt daar een rede. [Het Vaderland 28-02-1925]
Tijdens deze bijeenkomst wordt medegedeeld dat burgemeester en wethouders van Amsterdam 2000 gulden beschikbaar stellen voor het Tooneelmuseum. - april 1925: de collectie wordt uitgebreid met een schenking van het echtpaar Lion van Lier die de verzameling van wijlen A. van Lier ter beschikking stellen [Het Vaderland 07-04-1925]
- juni 1925: één van de eerste ‘tentoonstellingen’ is ‘In memoriam Louis Bouwmeester’ van 8 tot 22 juni 1925 in de kunstzalen van de firma De Vries aan het Singel in Amsterdam. De Vries verleent belangeloos zijn medewerking. [De Tijd 09-06-1925]
De bevolking wordt gevraagd mee te werken om “door het in bruikleen afstaan van documenten de aantrekkelijkheid en volledigheid van de tentoonstelling te verhoogen”.
De kosten van insturen moet men zelf betalen, terugzending wordt door het Tooneelmuseum betaald. [De Tijd 12-05-1925]
Deze oproep levert zo’n 50 inzendingen op zodat 3 zalen gevuld kunnen worden.
Een aantal inzenders geven aan hun documenten of voorwerpen niet terug te willen hebben maar aan het Tooneelmuseum schenken. - april 1931: het Tooneelmuseum ontvangt een belangrijke schenking uit de nalatenschap van de toneelspeler Louis Moor.
- september 1933: het Tooneelmuseum verhuist van de Tooneelschool naar de kelder van het Stedelijk Museum.
- september 1934: ‛40-Jaar Stadsschouwburg‛. De tentoonstelling wordt ingericht in de foyer en het trappenhuis van de Stadsschouwburg.
Objecten komen o.a. uit de collectie van het Tooneelmuseum.
[De Gooi- en Eemlander 07-09-1934] - oktober 1934: wethouder Boissevain overweegt het Tooneelmuseum een vast onderkomen te verschaffen.
Het Tooneelmuseum ontvangt schenkingen van Louis Saalborn en H.G.P. Granpré-Moliére. - 29 november 1936: conservator Frank Luns overlijdt op 50 jarige leeftijd. [De Sumatra post 01-12-1936 ]
- maart 1937: penningmeester J. te Winkel overlijdt.
- april 1937: nieuw bestuur voor het Tooneelmuseum.
H. Brugmans (voorzitter), H.D. van Dellen (vicevoorzitter, penningmeester), Ben Albach (secretaris), Sigrid Munthe, Joh. M. Coffeng, Ben Groeneveld, D.C. Roëll, H.G.Stibbe
De vereniging wordt een stichting. - oktober 1937: het Tooneelmuseum ontvangt schenkingen uit de nalatenschap van Esther de Boer-van Rijk.
- november 1937: het Tooneelmuseum krijgt Koninklijke goedkeuring op haar statuten.
Ben Albach is inmiddels ook conservator. - december 1938: een toneeltentoonstelling in de Amstelbrouwerij.
Te zien o.a. het miniatuurtoneel van Baron van Slingelandt uit 1781 en mechanische apparaten zoals een waterval en een rollende zee.
[Algemeen Handelsblad 04-12-1938 ]
De collectie verhuist naar de zolder van het museum Willet-Holthuijsen aan de Herengracht. In verband met de oorlogsdreiging moet de collectie uit de bomvrije kelders van het Stedelijk museum vertrekken.
Een deel van de collectie zal permanent in het museum Holthuijsen te zien zijn. - 27 februari 1950: tentoonstelling 'Geschiedenis van het Rembrandsplein-Amstelstraat' locatie Rembrandtplein 45, t/m 11 maart.
- april 1950: F.W.S. van Thienen is voorzitter van het bestuur van het Toneelmuseum.
- 24 april 1950: tentoonstelling 'Theo Mann-Bouwmeester' in de universiteitsbibliotheek in Amsterdam.
- maart 1951: de collectie bevindt zich in de Militiezaal (voormalige Koninklijke stallen) naast de Universiteitsbibliotheek, Singel 432.
Joh. M. Coffeng is nu conservator. [Het Parool 17-03-1951] - april 1951: jaarverslag 1950: "Toneelmuseum in nood" [Algemeen Handelsblad 14-04-1951]
- april 1954: tentoonstelling 'Half procent Toneelmuseum' locatie 'Het Witte huis' Raadhuisstraat 4, t/m 17 april. [Het Parool 03-04-1954]
- mei 1954: tentoonstelling 'Anderhalve eeuw Haags theaterleven: 150 jaar Koninklijke Schouwburg' locatie Haags Gemeentemuseum t/m 5 juli.
[Het Parool 08-05-1954] - 27 november 1954: "Toneelmuseum ligt te sterven in een afschuwelijke stal". [Het Parool 27-11-1954]
- april 1955: de "Commissie Bestemming Synagogen en andere gebouwen in verband met huisvesting van musea e.d" stelt voor het Toneelmuseum te huisvesten in het "Huis met de hoofden" Keizersgracht 123. De eigenaar heeft echter het pand al grondig gerestaureerd en is nu niet geschikt voor huisvesting van een museum. Het plan word afgeblazen
- februari 1956: De inboedel van het Scala-theater in Den Haag wordt geveild. Het Toneelmuseum koopt het borstbeeld van Louis Bouwmeester en een schilderij waarop Bouwmeester afgebeeld staat als Shylock.
- 1956: Het Toneelmuseum verhuist naar de zolder van een voormalig distributiekantoor aan de Amstel, hoek Zwanenburgwal. Er is ruimte om een selectie van de collectie tentoon te stellen.
B&W stelt voor 10.000 gulden ter beschikking te stellen. - 8 maart 1956: Joh. M. Coffeng (makelaar in effecten van beroep, conservator uit roeping) wordt 70 jaar [Het Parool 07-03-1957]
- juni 1957: Prins Bernhard reikt Joh. M. Coffeng een zilveren anjer uit vanwege “de zeer bijzondere prestatie om geheel alleen en met grote persoonlijke offers in tijd en geld in rond tien jaren van stugge, liefdevolle arbeid, de uitgebreide verzameling van de stichting Het Toneelmuseum op voortreffelijke wijze te ordenen en deze collectie bovendien belangrijk aan te vullen, waardoor voor de wetenschap en de voorlichting en de opvoeding van het publiek een rijke bron van documentatie toegankelijk is geworden”. [Het Parool 20-06-1957]
B&W stelt voor het pand Herengracht 168 te huren van de Diaconie der Hervormde gemeente en er het
Toneelmuseum te vestigen.
Tentoonstelling 'Amsterdam Theaterstad' locatie Museum Fodor, t/m 15 september. [Het Parool 19-06-1957] - juli 1957: het Toneelmuseum zal definitief gehuisvest worden aan de Herengracht 168. De lopende restauratie moet nog wel voltooid worden.
Een 17de-eeuwse plafondschildering achter de verwijderde 18de-eeuwse plafondschildering
- mei 1958: de restauratie nadert haar voltooiing.
[Het Parool 22-05-1958]
[Nieuwsblad van het Noorden 12-07-1958]
- augustus 1958: Herengracht 168: "Geheimzinnige slurven en staatsievolle zalen"[De Tijd 01-08-1958]
- januari 1959: het Toneelmuseum betrekt Herengracht 168.
Het gemeentebestuur biedt het "Werkcentrum voor Lekentoneel en creatief spel" bureau, cursus en bibliotheek ruimte aan op de bovenverdieping van het Toneelmuseum.
Lou Hoefnagels is daar directeur van. - september 1959: Jonkheer Jan Six van Hillegom zal over enige tijd het miniatuur toneel van Baron van Slingelandt , dat nu in de kelder van de Amstelbrouwerij staat, in bruikleen aan het Toneelmuseum geven.
- oktober 1959: "Binnenkort gaat het Toneelmuseum open" [Algemeen Handelsblad 03-10-1959]
- maart 1960: tentoonstelling 'Drie generaties actrices' ter gelegenheid van de uitreiking van de Theo Mann-Bouwmeesterring aan Caro van Eyck.
Locatie: de boven foyer van de stadsschouwburg van Amsterdam - 26 april 1960: De nieuwe huisvesting van het Toneelmuseum wordt geopend door staatssecretaris Ynso Scholten.
[De Telegraaf 27-04-1960] - juni 1960: bij de uitreiking van de Louis d'Or aan Paul Steenbergen maakt H. Deinum, voorzitter van de Vereniging van Schouwburgdirecties, bekend dat Joh. M. Coffeng een prijs krijgt voor het tot standkomen van het Toneelmuseum. Waaruit de prijs zal bestaan is nog niet bekend.
- juli 1960: Het Toneelmuseum krijgt 5000 gulden van het Prins Bernhard Fonds
- 12 oktober 1960: Joh. M. Coffeng ontvangt zijn prijs, bestaande uit een zilveren plaquette met daarop emblemen van de kunstgebieden: toneel, muziek, opera en danskunst en de afbeelding van een microfoon. De inscriptie luidt: "Joh. M. Coffeng, voor zijn grote verdiensten in verband met zijn arbeid voor het Toneelmuseum". De heer H. Deinum, directeur van de Stadsschouwburg in Haarlem en voorzitter van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties reikt hem uit.
- november 1960: de NCRV neemt de TV kijker mee naar het Toneelmuseum. Acteur en kostuumkenner Cruys Voorbergh fungeert als gids. [Nieuwsblad van het Noorden 24-11-1960]
- december 1960: het Toneelmuseum krijgt 6000 gulden van het Prins Bernhard Fonds.
De eerste tentoonstelling op de Herengracht is Gysbreght van Aemstel tot 29 januari 1961. - december 1960: bij het tiende Theater Jaarboek zitten in de omslag twee kleine grammofoonplaatjes met daar op toneelfragmenten van de afgelopen tien jaar: De Vuurproef, Anne Frank, Venus Bespied en De Huisbewaarder. Het boek kost 4 gulden 50.
- april 1961: tentoonstelling ‛Nijmegen Theaterstad‛ naar aanleiding van de opening van de nieuwe schouwburg, locatie: Philips fabriek, Nijmegen.
- juni 1961: tentoonstelling ‛Opera toen-opera nu‛ (Ellendige toverfluit – een prul der prullen) t/m 30 september.
- juni 1962: tentoonstelling ‛200 jaar toneelaffiches‛ 16 juni t/m 17 september. [De Tijd De Maasbode 03-07-1962]
- juli 1962: tentoonstelling ‛Theaterbouw en zijn ontwikkeling‛ locatie Museum Fodor, t/m 29 augustus. [Algemeen Handelsblad 19-07-01962]
- november 1962: Luisa Treves presenteert in het Toneelmuseum de toneel-grammofoonplatenserie ‛Houvast‛.
Dit naar aanleiding van het succes van de grammofoonplaatjes bij het tiende Theater Jaarboek. De voornaamste taferelen uit Naar het u lijkt van Shakespeare opgevoerd door de toneelgroep Ensemble zijn op vier kleine 33-toeren plaatjes uitgebracht. Ze zijn verpakt in een klein boekje met een tiental foto’s van de uitvoering en een artikel van de Leidse Shakespearekenner prof. dr. A.G.H.Bachrach. De prijs is 4 gulden 75
[De Telegraaf 10-11-1962]
[Leeuwarder courant 24-11-1962] - april 1963: het Toneelmuseum krijgt het 18e-eeuwse Van Slingelandt miniatuurtoneel van de Amsterdamse Stadsschouwburg in eigendom. Het was tot dan toen in bruikleen gegeven door jonkheer Six van Hillegom. [De Volkskrant 26-04-1963]
- 6 april 1963: poppenspeler Harry van Tussenbroek overlijdt. In zijn testament heeft hij opgenomen dat zijn poppencollectie vernietigd moet worden. Diverse kunstenaars zetten zich in om de collectie te redden en doen een beroep op de ministers van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en Justitie voor behoud van de collectie. Conservatoir beslag voorkomt voorlopig vernietiging van de poppencollectie. In afwachting van juridische procedures worden de poppen in verzegelde dozen opgeslagen in het Toneelmuseum.
[De Tijd De Maasbode 13-06-1963]
Er ontstaan twijfels of Van Tussenbroek uiteindelijk zijn collectie toch niet wilde laten vernietigen.
[Algemeen Handelsblad 24-08-1963]
De executeur-testamentair J.C. Flier speelt een bedenkelijke rol. Hij verklaart dat de collectie al vernietigd is.
[Het Parool 05-09-1963]
De gemeente Rotterdam trekt zich terug als procespartij.
[Algemeen Handelsblad 06-09-1963]
Het beslag wordt opgeheven en de collectie wordt vernietigd.
[Het Vrije Volk 16-10-1963] - juni 1963: tentoonstelling ‛Kerkers, kloosters en kastelen‛ 22 juni t/m 16 november.
[Trouw 14-08-1963]
[Algemeen Handelsblad 19-06-1963] - september 1963: een verslaggever van de Leeuwarder Courant doet uitgebreid verslag van zijn bezoek aan het Toneelmuseum, waarbij hij rondgeleid wordt door medewerkster mej. Waller. [Leeuwarder courant 28-09-1963]
- november 1963: tentoonstelling ‛Toneel in Nederland‛ t/m 20 april 1964.
- april 1964: tentoonstelling ‛Shakespeare op de planken‛ tot 29 juni.
- november 1964: tentoonstelling ‛Drie eeuwen Nederlands toneel‛ tot 15 december.
- december 1964: tentoonstelling ‛Herman Heijermans‛ 24 december tot 10 februari 1965. [De waarheid 28-12-1964]
- 1965: Eric Alexander wordt aangesteld als conservator.
- september 1965: tentoonstelling ‛Kostuums voor het voetlicht‛ tot 7 januari 1966. [Algemeen Handelsblad 16-10-1965]
- februari 1966: Teleac neemt een aantal programma’s op in het Toneelmuseum.
- maart 1966: tentoonstelling ‛Een huis vol toneel‛ t/m 30 juni. In deze tentoonstelling is een 8 mm filmpje te zien van een demonstratie van het miniatuurtoneel uit 1781 van Hieronymus Baron van Slingelandt. De bezoekers kunnen het zelf starten. [De Tijd 04-03-1966]
Een latere opname van het miniatuurtoneel is hier te zien. - juni 1966: het in juni 1965 opgerichte Stichting Geluid- en Beeldarchief van het Toneelmuseum neemt zijn intrek in het souterrain van Herengracht 168.
Lou Hoefnagels wordt benoemd als directeur. - januari 1967: Albert van Dalsum opent de tentoonstelling over Willem Royaards. 21 januari t/m31 maart. [De waarheid 27-01-1967]
- maart 1967: het Toneelmuseum trok in 1965 ongeveer 6700 bezoekers, in 1966 waren dat er 11.000. [Het Parool 28-03-1967]
- mei 1967: tentoonstelling van decor- en kostuumontwerpers: ‛Kijkspel‛ t/m augustus.
[Algemeen Handelsblad 31-05-1967]
[De Tijd 01-06-1967]
Tijdens de tentoonstelling zijn op zaterdagen om 11 en 2 uur geluidsregistraties te horen van toneelvoorstellingen.
Dit in samenwerking met ‛Theater Klank en Beeld‛, dit is de nieuwe naam van de ‛Stichting Geluid- en Beeldarchief van het Toneelmuseum‛. 10 juni begint men met “Niet doen Sneeuwwitje”, de week daarop “De Koopman van Venetië”. [Trouw 08-06-1967] - januari 1968: tentoonstelling ‛Josef Svoboda – Tsjechische toneeldecors‛ t/m 31 maart. [De Tijd 20-01-1968]
- maart 1968: tentoonstelling ‛Decors voor het voetlicht‛ locatie: Redoutezaal, Stadsschouwburg Maastricht, t/m 27 maart. Daarna gaat de tentoonstelling naar de Schouwburg in Sittard, van 6 april t/m 2 mei.
- juli 1968: tentoonstelling ‛Toneel bij gaslicht en gloeilamp‛ (Theater rond 1900). t/m augustus. [Trouw 13-06-1968]
- januari 1969: een kleine tentoonstelling van theaterprenten uit de onlangs verworven collectie van P. van Eeghen. [De Tijd 14-01-1969]
- februari 1969: tentoonstelling ‛Wim Vesseur, toneeltechnicus‛ t/m 12 april.
[De Waarheid 22-02-1969]
[De Telegraaf 19-03-1969] - april 1969: tentoonstelling ‛Twintig jaar Engelse toneelontwerpen‛ t/m 31 april.
- mei 1969: tentoonstelling ‛Theater in Blik‛, werk van 15 theaterfotografen. t/m 31 augustus. [De Tijd 19-05-1969]
- september 1969: tentoonstelling ‛Miniatuur-theaters‛. Over bladen met toneeldecors en figuren die uitgeknipt en opgezet moeten worden. Grotendeels uit de verzameling van P. van Eeghen. t/m 4 januari. [De Tijd 07-10-1969]
- 18 februari 1970: tentoonstelling ‛Johannes Jelgerhuis‛ t/m 3 maart. [Algemeen Handelsblad 24-02-1970]
- april 1970: tentoonstelling ‛Tsjechische toneeldecors‛
- juni 1970: tentoonstelling ‛De eigen collectie in een nieuw licht‛ Vijf thema’s: het miniatuurtoneel, de Commedia dell’arte, het decor, het kostuum en de publiciteit. t/m 31 augustus.
- oktober 1970: het Toneelmuseum vraagt de gemeente om een subsidie van 30.000 gulden voor de huur van Herengracht 170. (voorhuis, twee verdiepingen en zolder).
tentoonstelling over het werk van Lisette van Meeteren en ‛75 jaar Nederlands cabaret‛. Beide tot 29 november. [De Volkskrant 31-10-1970] - 15 oktober 1970: burgemeester Samkalden van Amsterdam krijgt het eerste exemplaar uitgereikt van het boek "75 jaar Nederlands Cabaret", ook wel de Cabaret-bijbel genoemd, geschreven door Wim Ibo. [Het Vrije Volk 16-10-1970]
- 14 december 1970: tentoonstelling ‛Ibsen en het Noorse toneel‛ t/m 31 januari. [De Telegraaf 15-12-1970]
- 1971: Eric Alexander wordt benoemd tot directeur.
- maart 1971: tentoonstelling ‛Spectacle coupé uit de Nederlandse toneelgeschiedenis‛
- juni 1971: tentoonstelling ‛Nicolaas Wijnberg‛
Het is de derde expositie in de serie Nederlandse toneelontwerpers. t/m augustus. [De waarheid 03-06-1971]
De restauratie van het Bartolotti huis, Herengracht 170, is na twee en een half jaar voltooid. De splitsing van het huis rond 1717 is niet ongedaan gemaakt. Het is praktisch en financieel niet haalbaar gebleken.
[Het Parool 29-06-1971]
Het Toneelmuseum zal worden vergroot met de aangrenzende helft van de benedenverdieping van het Bartolotti huis. - oktober 1971: een Poppententoonstelling in het kader van het internationale festival Poppenspelen.
In het Toneelmuseum zijn drie exposities op het gebied van poppenspel. t/m 24 november.
[De Volkskrant 16-10-1971]
Het Poppenfestival word afgesloten met een open huis in het Toneelmuseum. Professionals en amateurs mogen daar hun kasten opstellen en laten zien wat ze kunnen.
[De Telegraaf 01-10-1971]
[NRC Handelsblad 02-10-1971] - 1972: het Toneelmuseum ontvangt een schenking van de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. De schenking omvat 30 geschilderde achterdoeken, geschilderd tussen 1831 en 1878 door Bartholomeus Johannes van Hove. De doeken zijn elk ongeveer 8 x 10 meter groot en beschilderd met oosterse paleisinterieurs, berglandschappen en monumentale architectuur. Vanwege de afmetingen worden de doeken opgeslagen in een depot.
- januari 1972: tentoonstelling ‛De acteur van top tot teen‛ en ‛Moderne Nederlandse scenografie‛ t/m 10 februari.
- 14 februari 1972: tentoonstelling ‛Vlaamse decor- en kostuumontwerpers‛
Marc Cammeart en Rudolf Corens exposeren tekeningen, foto’s en maquettes. t/m 15 maart. - maart 1972: tentoonstelling ‛Toneelfoto’s van Ralph Prins‛ 2 maart t/m 17 april.
- april 1972: tentoonstelling ‛Jo Mielziner‛
Toneeldecors uit Amerika. t/m 30 april. - april 1972: tentoonstelling ‛Toneeldecor- en kostuumontwerpen uit de jaren 1890–1930‛ locatie: Museum Swaensteyn, Voorburg. t/m 27 mei
- 9 mei 1972: tentoonstelling ‛Brand tussen de coulissen‛
Over de brand die op 11 mei 1772 de Amsterdamse Schouwburg trof. t/m augustus.
[Het Parool 12-05-1972]
Verder blijft deze zomer de tentoonstelling ‛Acteurs vroeger en nu‛ te zien. - juni 1972: tentoonstelling ‛Erwin Piscator‛ locatie: Universiteitstheater, Nieuwe Doelenstraat Amsterdam.
- september 1972: tentoonstelling van schetsen, (werk)tekeningen, kostuums en maquettes van de ontwerpers André Acquart en Michel Raffaëlli. t/m 29 oktober.
Luisa Treves neemt bij de presentatie van het 20e Theaterjaarboek (met grammofoonplaatje) afscheid als redactrice. [De Volkskrant 08-09-1972] - november 1972: tentoonstelling ‛Herinneringen aan Toneelgroep Studio 1954-1972‛ t/m 31 december. [NRC Handelsblad 14-12-1972]
- april 1973: Het Toneelmuseum zoekt een conciërge. Het betrekken van een dienstwoning is mogelijk.
Inlichtingen bij de heer Van Bemmelen. [Het Parool 28-04-1973] - mei 1973: tentoonstelling ‛De Bouwmeesters‛. t/m juli.
Bij de opening wordt het boek dat Simon Koster over de Bouwmeesters schreef gepresenteerd en aangeboden aan de familie.
[NRC Handelsblad 03-05-1973]
[De Volkskrant 03-05-1973] - 23 augustus 1973: tentoonstelling ‛Molière‛ t/m 21 oktober.
[Het Parool 28-08-1973] - november 1973: tentoonstelling ‛Ballet in prent en pak‛
- december 1973: tentoonstelling ‛Gaetano Vestris‛ t/m 26 januari.
- februari 1974: tentoonstelling ‛Turkse theateraffiches van Mengü Ertel‛ t/m 16 april. [Het Parool 15-02-1974]
tentoonstelling ‛Balletkostuums‛ t/m 28 februari. - mei 1974: tentoonstelling ‛Wim Sonneveld‛ t/m 5 augustus daarna verlengd t/m 1 september. [Het Parool 22-05-1974]
Het knipselarchief van Herman en Aaf Bouber wordt geschonken aan het Toneelmuseum. - september 1974: tentoonstelling ‛Cor Ruys‛ t/m 19 november.
[NRC Handelsblad 19-09-1974]
‛Het toneel van Baron van Slingelandt‛ t/m 31 december.
De tentoonstelling over Wim Sonneveld heeft ongeveer 25.000 bezoekers getrokken. [Het Parool 17-08-1974] - januari 1975: tentoonstelling ‛Gijsbrecht van Aemstel‛ t/m 31 maart. [NRC Handelsblad 17-01-1975]
- februari 1975: tentoonstelling ‛Studio Scarabee‛ [NRC Handelsblad 20-02-1975]
- mei 1975: tentoonstelling ‛Goed in het pak‛, samengesteld door Friso Wiegersma. t/m 15 augustus, daarna gaat de tentoonstelling naar Zeist en Tilburg.
[NRC Handelsblad 21-05-1975]
[Het Parool 15-05-1975] - juni 1975: Amsterdam bestaat 700 jaar. Onder de naam “Mokum 700” is er een tentoonstelling in de RAI in Amsterdam. Bedrijven en instellingen presenteren zich in een nagebouwd centrum van de stad. Het Toneelmuseum is ondergebracht in de stand van De Kleine Komedie.
- oktober 1975: tentoonstelling ‛Amsterdams Gespeeld Plezier‛ t/m januari.
Theaters en lokalen van vroeger en nu. [Het Parool 08-10-1975] - 21 juli 1975: Fie Carelsen overlijdt op 85-jarige leeftijd. [NRC Handelsblad 21-07-1975]
“Ik wens te worden begraven in het graf van Jean Louis Pisuisse ”[De Telegraaf 22-07-1975]
De toneelbescheiden van Fie Carelsen gaan naar het Toneelmuseum. - januari 1976: de tentoonstelling ‛Goed in het pak‛ die vorig jaar mei in het Toneelmuseum te zien was wordt opgebouwd in slot Zeist.
- februari 1976: tentoonstelling ‛Herman van Elteren‛ t/m 31 maart.
Nederlandse ontwerpers van het theater.
Achter de schermen van het Toneelmuseum in het hartje van Amsterdam. (Deel 16 uit de serie: Dagje uit naar een museum).
[Leeuwarder courant 19-02-1976] - april 1976: tentoonstelling ‛De achtergrond belicht‛ t/m 16 mei.
Theater ontwerpen 1580-1850. - 1 juni 1976: tentoonstelling ‛Komt dat zien‛ over de Amsterdamse kermis in de 19e eeuw t/m 29 augustus.
Amsterdamse Kermis in de 19e eeuw. [NRC Handelsblad 02-06-1976] - september 1976: in het kader van de Kunst-10-daagse vertoont het Toneelmuseum tijdens de lunchpauze films in de schouwzaal.
[Het Parool 16-09-1976] - oktober 1976: medewerkster Hanna Oberman eist via de rechter haar bul dramaturgie op.
[Het Vrije volk 20-10-1976]
[Nederlands dagblad 30-10-1976] - november 1976: tentoonstelling ‛Volk voor de kunst‛ t/m 1 januari.
- februari 1977: tentoonstelling ‛De 19e eeuw: theater in Nederland‛ t/m 1 mei. [Het vrije volk 24-02-1977]
- 22 april 1977: Ben Albach wordt benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
- juni 1977: tentoonstelling ‛Zolder op Zaal‛ t/m 2 oktober.
Theater-environments van Alain Teister. [NRC Handelsblad 02-06-1977]
Vakantie expositie ‛De Gerrit van der Veen Scholengemeenschap tekent theater ‛ - november 1977: tentoonstelling ‛Pierrot’s Paradijs‛ (Perspekt) t/m 27 februari 1978. [NRC Handelsblad 19-11-1977]
- augustus 1977: in het kader van de Kunst-10-daagse vertoont het Toneelmuseum films, onder andere ‛Karakter‛ en ‛De Stille Kracht‛.
Marathonvoorstellingen van resp. 3 en 5 uur. - 31 maart 1978: Oprichting van het Nederlands Theater Instituut.
Het instituut ontstaat uit een fusie tussen:
Toneelmuseum, Theater Klank en Beeld en het Internationaal Theater Instiuut (ITI)
Het museum wordt geleid door Paul Blom
Waarnemend hoofd Audio-Visuele Dienst (v.h. Theater Klank en Beeld) — Hans Ton
Hoofd bibliotheek —Truus Voshol
Hoofd Documentatie — Hana Bobkova
Hoofd Educatieve Dienst — Lou Hoefnagels (v.h. directeur Theater Klank en Beeld)
Hoofd Internationale Zaken — Max Wagener (v.h. directeur ITI)
Coördinator — Eric Alexander (v.h. directeur Toneelmuseum)